Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
De Gereformeerde Kerken in Nederland  met de toevoeging (vrijgemaakt), ook wel de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv)
Het kerkgenootschap ontstond door de zogeheten Vrijmaking in 1944 en volgende jaren uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. De voorgeschiedenis van de vrijmaking in 1944 vangt aan met de theologische arbeid van Prof. dr. Klaas Schilder. Schilder toonde de zwakke plekken in de theologie van Kuyper ten aanzien van diens 'leer van de algemene genade' (de gemene gratie). Voor Kuyper was deze leer de inzet van brede cultuurarbeid. "Geen duimbreed is er op het erf van ons menselijk leven, waarvan de Christus, die aller Soeverein is niet roept: Mijn!" De synode nam deze leeruitspraak in 1942 over en eiste hieraan binding. Een ander punt van verschil was Kuypers leer van de ‘veronderstelde wedergeboorte’. Kort gezegd  kwam deze leer op het volgende neer: een dopeling gold als wedergeborene tenzij het tegendeel uit zijn levensprak- tijk bleek. De klassiek-gereformeerde leer was: een mens wordt pas wedergeboren door bekering en wederge- boorte. De doop is dan een teken van Gods belofte dat je Zijn kind mag zijn. Dat wordt werkelijkheid na wedergeboorte en bekering. Op Schouwen-Duiveland kwam dit verschil aan de orde in de vergadering van de Classis. Vier van de dienst- doende predikanten hadden bezwaren tegen de binding aan de leeruitspraken van de generale synode. Het waren ds. F. Kouwenhoven van Zonnemaire, ds. J.P. Unger van Bruinisse, ds. H. Venema van Nieuwerkerk en Oosterland én ds. J. Meester van Brouwershaven. Het leidde er toe dat de kerkenraad van Brouwershaven zich op 18 juni 1944 richtte tot de synode met het verzoek "toch een weg te vinden die kan leiden tot de pacificatie van het leven onzer Kerken in deze bewogen tijd om dan later het fundamentele verschil tusschen Prof. Schilder en Uwe vergadering op te lossen in den weg van vreedzame bespreking". En wat deed de synode? Zij wees het verzoek en vele soortgelijke verzoeken en voorstellen af, ontsloeg prof. Schilder en gaf daarmee ongewild het sein tot de Vrijmaking. In de eerste classisvergadering na de bevrijding - op 12 juli 1945 – las haar voorganger ds. Meester mede namens enkele broeders uit de kerkeraad van Brouwershaven een zogenaamde 'verklaring van gevoelens' voor, die zich tegen de synodale verbondstheologie richtte. Veel ruimte voor hun afwijkende mening kregen de bezwaarden niet. Nadat de classis advies had inge- wonnen bij de deputaten voor zwarigheden, werd ds. Meester en de andere broeders geadviseerd hun bezwaar- schrift terug te nemen en bij de generale synode in te dienen. Dat hebben zij gedaan. Het betrof hier een buiten- gewone synode van de synodale kerken, die uiteindelijk - op 6 maart 1946- een "vervangingsformule" aandroeg voor de leeruitspraken van 1905 en 1942. Omdat de synode niet echt op haar verbondsleer terugkwam, spraken vrijgemaakten spottend van een "vervagingsformule" of "vangformule". Wie zich niet lieten vangen, waren de bezwaarden in Brouwershaven. Voor hen was het duidelijk dat er met de vervangingsformule niets veranderd was: de onschriftuurlijke leeruitspraken waren gehandhaafd, het hiërarchisch kerkrecht gold nog steeds en de tuchtmaatregelen tegen bezwaarde ambtsdragers en andere kerkleden gingen gewoon door. Waar de kerkeraad van Brouwershaven had gewacht op de terugkeer van alle geëvacueerde leden en zelfs had gehoopt op het verlossende woord van de appel- of revisiesynode, kon hij nu maar één ding: zich - met de gemeente - vrij- maken. Tot vrijmaking werd besloten in de kerkeraadsvergadering van 5 april 1946. Twee dagen later belegde de kerkeraad een gemeentevergadering, waarbij bleek dat slechts een klein gedeelte van de gemeente het niet met de vrijmaking eens was. In Brouwershaven kozen tenslotte 60 personen voor en 245 personen tegen de synode. Toen de kerkenraad tot vrijmaking overging, bestond hij uit zeven broeders: ds. J. Meester, de ouder- lingen I.A. Catsman, J. van Wouwe en S. van Wouwe en diakenen J. den Boer, C.J. van der Bijl en R.J. van der Wekken. Landelijk werden begin 1948 in totaal 287 vrijgemaakte kerken en een kleine 200 vrijgemaakte predikanten getetd. Ongeveer 12% van de kerkleden ging vroeg of laat de weg van de Vrijmaking. De kerk te Brouwers- haven had zich vrijgemaakt op 7 april 1946. In de week van 7-14 april krabbelden J. van der Wouwe en C.J. van der Bijl terug: zij nodigden de gemeente uit op 14 april niet bij ds. Meester, maar bij hen ter kerke te komen. Van synodale kant werd de actie geleid door ds. J. de Boer van Zuid-Beijerland, dr. N.J. Hommes van Middel- burg, ds. H. Schoiing van Kamperland en ds. H.C. Voorneveld van Haamstede. Ds. Meester van zijn kant schreef drie pastorale brieven aan zijn gemeenteleden, getiteld "Blijft in de kerk!" (2x) en "Om waarheid en recht", gedateerd respectievelijk 16 april, 7 mei en 17 juni 1946. Tussendoor troffen Hommes en Meester elkaar in hotel Ringelberg op 2 mei. Hommes noemde het opschrift boven Meesters eerste brief ("Blijft in de kerk!") 'misleiding, zelfmisleiding van ds. Meester, een leugen", en die beschuldiging nam Meester hoog op: hij aarzelde niet te zeggen dat deze bewering een leugen was. De wegen gingen definitief uiteen. Kort verloop van de geschiedenis na 1946. Sindsdien is er veel gebeurd en veel veranderd. Er is intensief onderhandeld en geprocedeerd over het gebruik en de eigendom van de kerkelijke goederen. De vrijgemaakten zijn hier blijven zitten "an de koaje", de synodalen hebben een kerk gebouwd aan het Bostonplein. Ds. Meester vertrok in 1947, kwam in 1968 buiten het kerkverband te staan en overleed in 1984 als emerituspredikant van de Ned. Ger. Kerk te Amsterdam-Tuinsteden-Zuid-West. In 1953 bezocht de watersnoodramp ook Brouwershaven. In 1968 sloot ds. J. Keizer zich met een aantal andere kerkleden aan bij de synodale kerk. (Gereformeerde kerken) Wat een geschiedenis! Maar Gods trouw heeft niet gewankeld en in dit kerkgebouw worden nog elke zondag Zijn Woorden van liefde en genade gepredikt. Wat een Wonder! Hieronder volgen de namen van de predikanten die de kerk te Brouwershaven achtereenvolgens hebben gediend: J. Meester 1946-1947 F. Kouwenhoven 1947-1952 J. Keizer 02-07-1952 / 10-05-1968                                                                    R.T. Urban (comb Goes) 1972-1980 E. Meijer 17-05-1981 / 01-03-1987 W.F. Wisselink 06-12-1987 / 07-11-1993 V J.A. Roose 24-09-1995 / 27-06-1999 K. van Hoek 02-04-2000 / 01-09-2006 F.J. Bijzet 22-02-2009 / 16-03-2014 B. Schaaij (combi Vrouwenpolder) 01-10-2014 / 07-07-2019 Op 17 oktober 1965 preekte ds. Keizer over zondag 17 HC, tevens voorbereiding H.A. Wilt u deze preek lezen? (Lees verder)
Terug naar de 20e Eeuw Terug naar de 20e Eeuw