Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Een zijlijn van de Reformatie. De kerk die ontstond uit de Rooms-Katholieke kerk in de Nederlanden na de Reformatie werd wel de Gere- formeerde Kerk of Hervormde Kerk genoemd. Het was geen totaal nieuwe kerk. Nee, de oude Katholieke kerk was “slechts” hervormd: Veel van wat in de ogen van de hervormers niet naar Gods Woord was, was verwijderd. Parallel aan deze Gereformeerde Kerk was er een kerkgenootschap dat nu erg klein geworden is, maar in de 16e en 17e eeuw een rol aan de zijlijn speelde: de Wederdopers of Anabaptisten of tegenwoordig de Doopsgezinde Broederschap. De fundamentele geloofsartikelen van de wederdopers werden in 1527 opgetekend in de Confessie van Schleitheim. Daar stond onder andere in dat: 1. ze weigerden de wapens te dragen, 2. de overheid niet erkenden en zich afgescheiden hielden van de wereld. 3. Maar het meest kenmerkende van hun geloof, waardoor de wederdopers duidelijk bij andere religies afstaken, was de overtuiging dat de doop alleen voor volwassenen was, en niet voor kinderen. Omdat de volwassenen uit de tijd van de Reformatie als kind al gedoopt waren, ontstond de naam ‘wederdopers’. De wederdopers geloofden dat zij de ware Israëlieten waren, het nieuwe uitverkoren volk. Weldra zou het Laatste Oordeel werkelijkheid worden; tot die tijd waren zij door God aangewezen om zoveel mogelijk mensen voor de hemel te winnen. De wederdoperij begon in 1530 verkondigd te worden en trok heel velen, die op de rand van de Roomse Kerk stonden, onweerstaanbaar aan. Ogenschijnlijk was het meer de armoede en de ellende der wereld, die het volk in de armen van Trypmaker en Melchior Hofman en anderen dreef, dan de ellende uit Zondag 2 van de H. Catechismus. Let op dit verschil. Men heeft het anabaptisme wel genoemd de ketterij van wevers en schippers uit die dertiger jaren. Zij willen van geen gezag der Kerk, van geen welomschreven leer, van geen ambtsdragers weten. Met de Jehova-Getuigen van onze dagen hebben zij hun chiliastische verwachtingen gemeen. Het Godsrijk komt, de “nieuwe'' aarde komt. De gedoopten door de Wederdopers gaan de nieuwe aarde beërven, de anderen komen om. Dat leerde Melchior Hofman. Hij was een fantast en een warhoofd, schrijft een Doopsgezinde van deze eeuw. Ondertussen hebben deze warhoofden er velen verleid. Eerst predikte men de weerloosheid, doch deze prediking sloeg om in de verkondiging van geweld. De Weder- dopers raakten buiten hun zinnen, toen het avontuur van Munster begon. Die stad werd door Wederdopers bezeten; daar was nu, zo leerde men, het nieuwe Jeruzalem begonnen. Jan Mattijsen, een broodbakker uit Haarlem, had er de leiding. Hij liet de boodschap van het nieuwe Jeruzalem door de Nederlanden verkondigen. Daar woedde een crisis die door de duurte der levensmiddelen het volk tot radeloosheid dreef. Toen hun de prediking van het nieuwe Sion bereikte, maakten duizenden zich op om naar Munster te trekken. Vele Hollanders en Friezen kwamen in Munster aan en hoopten daar een zorgeloos bestaan te vinden. Jan van Leyden had ook wijd en zijd bekend laten maken: Dat een profeet van God gezonden, te Munster door Gods Geest verlicht, de rechte weg ter zaligheid wees. Indien gij herwaarts wilt komen, niets zal u ontbreken. Er is goeds genoeg voor alle heiligen. Wat gij verloren hebt, zult gij tienvoudig wedervinden. Spoed u, vrouw en kinderen en alles verlatende terstond naar Munster. Was Hofman een fantast. Jan van Leyden wordt ons geschilderd als een man, die gedreven werd door een onweerstaanbaar verlangen naar macht en aanzien. Hij oefende in Munster zijn macht op misdadige wijze uit. De wederdoperij was als een alles meeslepende volksbeweging, die duizenden bezielde. Maar deze beweging is los van de Schrift, precies zoals de Jehova-Getuigen dat zijn, al halen zij nog zoveel teksten aan. Behalve in Munster, zijn er ook in Nederland nog heel wat Wederdoperse oproerige bewegingen geweest. Het gevolg was, dat de Overheid al maar feller tegen deze niet-roomsen ging optreden. Onder hen waren ook weerloze rustige lieden, maar zij deelden mee in de vervolgingswoede der Magistraten. In deze jaren zijn het vooral de Weder- dopers die lange lijsten van martelaren leverden. Men zou kunnen vragen of deze lijsten de waarheid van hun geloof niet bevestigden. Ik vrees van niet. Ook in onze tijd zijn er martelaren voor op zichzelf verkeerde lerin- gen. Alleen Gods Woord beslist over de waarheid van een leer. De leer der Wederdopers was los van het Woord Gods, schreef ik. Zij lieten zich leiden door een onzalige z.g. profetie. God spreekt tot enkelen, zo leerden zij, die de bijbelse profetie voortzetten. Men mag hun woord niet toetsen aan de Schrift. Bij Hofman zei de Bijbel alles, wat hij haar wilde laten zeggen. De profetieën schenen meer weergave van de begeerten der mensen, dan nieuwe openbaringen Gods. We laten het nu verder maar rusten. Genoeg zij het voor ons te weten, dat er in Nederland een machtige volks- beweging is geweest, die in feite los was van de Schrift en zich door droombeelden liet leiden. Deze beweging is aan het Calvinisme voorafgegaan. De prediking daarvan verscheen eerst na 1540 in de Nederlanden. Ook het Calvinisme werd een volksbeweging. Het is heel goed mogelijk, dat ook de sociale ellende de gelederen der Calvinisten heeft versterkt, zoals van Roomse zijde wel beweerd wordt. Doch dan zal men van die zijde toe moeten geven, dat bij de Wederdopers iets voor hen geboden werd, doch dat het Calvinisme wat anders is dan een sociaal program. Toen het Calvinisme kwam, was de wederdoperij uitgewoed en waren de overblijvenden in kalmer vaarwater gekomen. Het Calvinisme was van een andere geest. Het was gebonden aan de H. Schrift. Zijn grote leider was in alle opzichten een hoogstaand man. Zijn idealen waren niet de tuchteloosheid, maar de tucht, niet de heerschappij van de enkeling, maar de regering van Christus door middel van de ambten, niet de visioenen en de ingevingen, doch Gods geopenbaarde en geschreven Woord, niet de verwarde mensengeest, doch de verlich- ting door Gods Geest in gebondenheid aan het Woord. Het Calvinisme had door zijn grote theoloog een samenvatting van de Bijbelse waarheden gekregen, die men wel eens een systeem heeft genoemd, alsof het ene uit het andere zou zijn afgeleid, met dwingende kracht, doch welk „systeem" niet anders is dan een samenvatting, waarvan elk onderdeel rechtstreeks door de dwang van Gods getuigenis is bepaald. Dat is de kracht van Calvijn, dat hij de hele Schrift laat spreken en niet gedeel- ten weglaat, zoals de meeste andere samenvattingen of systemen. Doch naast de kracht der leer is er niet minder de kracht der tucht. Voorgangers en leden der gereformeerde Kerk worden aan strenge banden gelegd. Het omgekeerde van de Wederdopers. Morele verwildering is uitgesloten. Het geheel verheft zich onmiddellijk daartegen. Terwijl de Roomse Kerk op een tamme manier en de Wederdoperij op een wilde manier verwilderd waren in zedelijk opzicht, oefende de gereformeerde Kerk een aantrekking uit op de goed-gezinde en ernstig aangelegde Nederlanders. De leraars verder werden streng geschoold in de leer der Schrift. Geen drijven op gevoelens of aanblazingen. Alleen leraars, die het Woord kennen, door de Geest Gods verlicht. Toen Rome klaar was met de Doopsgezinden, stond levensgroot het Calvinisme voor haar. Daar is zij, hoewel het Calvi- nisme is verzwakt, nog niet mee klaar. Van al het andere had zij het op de duur gewonnen. Die nationaal- gereformeerdheid was op niets uitgelopen. Maar God verwekte een Verlosser, Wiens werk ook tot in Nederland doordrong en vrucht droeg. (naar Digibron) Wilt u meer weten over het voormalige eiland Bommenede? (Lees verder) Omdat Bommenede niet  tot Zeeland behoorde, maar tot Zuid-Holland, werd het een ideale vluchthaven voor wederdopers. Iets soortgelijks was aan de orde in Sommelsdijk dat weer bij Zeeland hoorde. Daarom laat het zich verstaan dat een predikant van Bommenede een verweerschrift schrijft tegen de wederdopers: Henricus Nolthenius (1603-1631) Hij schreef: Een ordentelijck cort begrijp der voornaemste dwalingen der Wederdooperen: met een teghenstellinghe der rechtghevoelende Waerheydt. Wilt u dit stuk lezen: (Lees verder)
 Het Anabaptisme of Wederdopers
Terug naar de Reformatie Terug naar de Reformatie