Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
JOHANNES MYSERAS
Johannes Myseras werd in 1705 in Middelburg geboren uit ‘eerlyke en godtvruchtige ouders’. Hij was de zoon van Lambrecht Myseras, schrijver van vele stichtelijke werken. Op de Latijnse school kreeg hij o.a. les van Petrus Wesseling, later Professor in de talen in Franeker. In 1726 werd hij ingeschreven aan de universiteit in Groningen. Zijn studie theologie zette hij in 1729 voort aan de universiteit van Leiden. In 1731 werd hij proponent. Zijn eerste gemeente was ’s Heerenhoek. In 1735 volgde een beroep uit Ouwerkerk . Dit beroep verwekte ‘de grootste ontroeringhe onder zyne geliefde gemeente ’s Heerenhoek. Deze poogde hem met hare tranen te binden doch zyn Eerw. konde haar niet inwilligen begerig zynde ook andere plaatsen de heerlykheit van het evangelie bekent te maken waarom Hy deze beroeping aannam’. Zijn afscheidspreek was uit Fil. 1:27 ‘Alleenlyk wandelt weerdiglyk het Euangelium van Christus opdat het zy ik kome ende u zie,  het zy ik afwezig ben, ik van uwe zaken mag horen, dat gij staat in enen geest met een gemoedt, gezamentlyk  strydende door het gelove des Evangeliums. Die van Ouwerkerk ontvingen Hem met de tederste liefde. Hy wierdt aldaar bevestigt door Ds. J.  Beukelman, toen Predikant te Zierikzee met de tekst uit II Tim.2: 15 “Beneerstigt u om u zelven Gode beproeft voor te stellen, enen arbeider die niet beschaamt wordt, die het woordt der waarheit recht snydt”.  Hy zelve begon zyn werk met Paulus woorden 1 Cor 2: 2 Want ik en hebbe niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en de dien gekruicigt. In deze Gemeente heeft zyne Eerw. Met zegen en vrucht mogen arbeiden’. In 1738 volgde Spijkenisse. Zijn afscheidspreek van Ouwerkerk was ‘met de woorden van Paulus tot de Gemeente van Ephezen Hand XX 31, 32 “Daarom waakt en de gedenkt dat ik drie jaren lang nacht en de dagh niet opgehouden en hebbe een iegelyk met tranen te vermanen enz”.  In 1741 ontving hij een beroep uit Bergschenhoek, dat hij na veel worstelingen aannam. In 1743 tijdens een bezoek aan Zeeland werd hij bevangen van de koorts. Na een longontsteking overleed hij op 30 mei in de leeftijd van 37 jaar. Van zijn pennevruchten is alleen zijn dissertatie bekend. (Lees verder)   
Bijgevoegd is een lofdicht door F. van der Vorm, ook via hierbovenvermelde URL te vinden. Opmerkelijk is de verwijzing in het tweede vers naar de ‘Britschen slang’, in het derde vers ‘Socyn’ genoemd. De Engelse unitariërs werden hier te lande Socinianen genoemd. Kennelijk beïnvloedde deze richting, die de drieëenheid loochende, de Nederlandse kerken. In dit verband zijn ook zijn stellingen vermeldenswaard. (Lees verder)
Terug naar Nadere Reformatie Terug naar Nadere Reformatie