Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Sedert de vestiging en instituering van de Chr. Afgescheiden Gemeente, later de Chr. Gereform. Gemeente, te Zierikzee, was Ds. Wisse op 27 mei 1906 de zesde predikant. Hij weigerde aan de samensmelting van de kerk van 1834 en die van 1886 mede te werken. Samen met ds. Van Lingen werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Theologische Hogeschool. Zijn studenten gaf hij een praktische opleiding. Hij nam ze bijvoorbeeld mee naar kerkeraadsvergaderingen, op ziekenbezoek, naar stervenden en begrafenissen. Onder de bediening van ds. Wisse is de gemeente erg gegroeid. Seeds opnieuw meldden zich nieuwe leden aan. Zoveel dat er plaatsen te weinig waren. Het kerkgebouw diende vergroot te worden. Op Oudejaarsavond 1908 werd het vergrote kerkgebouw aan de Meelstraat in gebruik genomen.
Jacobus Wisse (1843- 1921)
Ds. Wisse waarschuwde ook tegen de kermis. “Het kermis-gejoel ruist mij in de oren. Men zingt en springt en danst en schreeuwt en drinkt, en nergens denkt men minder aan dan aan de dood en wat daarop volgen zal. Zelfs Gods dag wordt door velen  tot laat in de nacht door gebracht met allerlei ijdelheid en hemelter- gende gruwelen. De mens- zo hoort men hier en daar- mag toch wel wat hebben. Met dat helse gif worden velen in slaap gewiegd, om weldra voor de rechterstoel van Christus gedaagd te worden! Dat is de wereld. Dat is het ongeloof. Straks is het eeuwigheid! Wat is, daarbij vergeleken, dan het volk van God rijk en gelukkig, dat tot roem van Gods genade kan zeggen: De Heere is mijn deel, zegt mijn ziel; daarom zal ik op Hem hopen.” 33 jaar was hij hoofdredacteur van het kerkelijk blad “De Wekker”.  Vanwege zijn grote verdiensten voor de Chr. Geref. Kerken werd hij bij Kon. Besluit van 1mei 1909 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ook de burgerij van Zierikzee stelde deze welverdiende huldebetuiging op prijs, gelet op de muzi- kale serenade  die Ds. Wisse op 6 mei 1909 door het muziekkorps “Kunst en Eer”  in de Meelstraat voor de pastorie werd gebracht.
Zijn biografie is beschreven door Ds. H. van der Ham “Ambtsbroeders” en het hierboven aangehaalde citaat is hieruit genomen. Wilt u een gedeelte van een meditatie van hem lezen? (Lees verder)
Terug naar Chr. Ger. Kerken