Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Cuneris Petri (1530 – 1580)
Cuneris/Cunerus Petri, ook genaamd: Koen Pieters werd in of rond 1530 in Duivendijke bij Brouwershaven geboren. De Latijnse school zal hij wel in Zierikzee doorlopen hebben als voor- bereiding voor zijn studie  filosofie en theologie, die hij aan de universiteit van Leuven voltooide. Hij behaalde zijn graad in de theologie op 12 november 1560. Hij wordt dan pastoor van de St. Peters kerk in Leuven. In 1568 wordt hij dan weer vermeld. Hij is dan rector van de universiteit van Leuven. In 1569 wordt hij dan benoemd tot bisschop van Leeuwarden door paus Pius V.  Het Bisdom Leeuwarden was op last van koning Filips II opgericht, met als doel de ketterij beter de kop in te kunnen drukken. Volgens een ingewijde was het een roerige tijd. Het jaar 1566 was een jaar van onuitsprekelijke rampen, het jaar van de gruwelijke beeldenstorm, het jaar van de snoodste woede der Calvinisten tegen kerken, altaren, beelden en schilderijen en zelfs tegen de persoon van Christus, ja tegen alle heilige zaken. Vele parochie-priesters en vicarissen werden afvallig en door de nieuwe leer besmet. De nieuwe Friese bisschop Cuneris Petri kon de ketters niet tot andere gedachten brengen. De monniken belasterden de bisschop omdat zij van hun kloosters en goederen beroofd werden. Bisschop Cuneris werd daartoe in 1578 door de Staten van Friesland gevangen gezet en naar Harlingen overgebracht. Het jaar 1580 werd de ondergang voor de godsdienst. De monniken werden uit de stad verjaagd en aan de overige priesters werd het aanblijven verboden. Abten en priesters werden gevangen gezet. Op alle 47 kloosters, kerken en alle kapellen en vrome gestichten in geheel Friesland werd beslag gelegd. Van 1580 tot 1593 verkeerde de godsdienst in Friesland in een desolate toestand, nauwelijks bevond zich er een priester en die er was, hield zich uit vrees schuil. Toen daarom omstreeks 1593 de paters Jezuïeten hier kwamen, vonden zij de wijngaard des Heren geheel verlaten en uitgeroeid. Op 1 februari 1570 hield Cuneris, onder het geluid van donderbussen en klokgelui zijn plechtige intocht. Petri probeerde het opkomende protestantisme te keren door voor te schrijven dat op 25 februari 1570 in alle kerken van het bisdom de voorschriften van het concilie van Trente moesten worden afgekondigd. Tijdens zijn korte episcopaat stuitte Petri evenwel steeds meer op verzet van de reformatie. Uiteindelijk keerde ook de geestelijkheid zich tegen hem. Petri verliet in 1579 de stad en vestigde zich in Keulen, waar hij minder dan een jaar later overleed.   Zijn wapenspreuk was “amor meus crucifixus” ofwel in het Nederlands “mijn liefde is (voor) de gekruisigde”. Petri heeft enkele werken geschreven: 1, Een seker bewijs van den vaghevier. 1566. Wilt u dit werk lezen? (Lees verder) 2. Tractaat vant hoogwaardig sacrament des Aultaers. 1567. 3. De Christiani principis officio et quae secundum conscientiam ex Sacris Literis ei debetur obedienti / 1581  
Terug naar De Reformatie Terug naar De Reformatie