Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Baäls Papen
Deze smalende naam voor Rooms Katholieken wordt op diverse plaatsen in de toponymie en de literatuur gevonden. - Zo vinden we in het Geuzenliedboek de raad : Vliet  Baals papen. - en in een kanttekening van de Statenbijbel uit 1657 vinden we bij 2 Kon.23:5 … Vele meynen, dat dese Baals papen soo geheeten… Zo ook in Ouwerkerk. Daar vindt men de Baalpapenweg ten zuiden van het dorp. Er zijn verschillende spellingen; meestal zonder trema- omdat dat leesteken in de zes- en zeventiende eeuw nog niet voorkwam- maar meestal met de genitief “s”. Wat opvalt is dat dit soort namen nogal eens voorkomt bij afgelegen locaties. Zo ook bij de Jannistenweg, vroeger tussen Kerkwerve en Zierikzee gelegen. Maar ook de woorden Christenen en heidenen weerspie- gelen de oude tegenstellingen tussen dorp/stad en platteland. Bij de kerstening liepen de bewoningscentra kennelijk voorop en hielden de bewoners van afgelegen streken langer vast aan de oude religie. Het woord heiden betekent dan ook niet meer dan een bewoner van de heide, een afgelegen woeste streek, maar kreeg de connotatie van aanhanger van de oude religie. Zo kan het ook gegaan zijn bij de reformatie. Bewoners van een afgelegen buurt hielden de oude R.K. religie langer vast en kregen vanuit de bewoningscentra – met de nieuwe religie- bij- en scheldnamen.
Terug naar Actueel Terug naar Actueel Terug naar De Reformatie Terug naar De Reformatie