Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Rooms Katholieke Kerk
Rooms Katholieken worden voor zover kan worden nagegaan voor het eerst genoemd in een document uit 1236 waarin gesproken wordt over de parochie van de H. Levinus. De kerk met de naam van deze heilige werd na 1576 in bezit genomen door de hervormingsgezinden. Bovendien werd de openbare uitoefening van de Rooms Katholieke eredienst verboden en moesten de parochianen hun toevlucht nemen tot schuilkerkjes of particuliere woningen. De parochie kreeg ten gevolge hiervan de status van missiestatie. De missiestatie in 1619 opgericht door pater Willem de Jong. Hij nam de zorg op zich voor de katholieke gelovigen in de Stad Zierikzee en nog vijf dorpen op het eiland. In een woonhuis aan de Oude Haven, bezit van de familie Vager, begint in 1681 de geschiedenis van de H. Willibrordusparochie in Zierikzee. Er werd een schuilkerk ingericht die door de loop van de tijd bediend werd door paters Jezuïten. In 1756 werd de bediening toevertrouwd aan pater Judocus Cardinaal S.J. die slechts bekend stond onder de schuilnaam Judocus de Man. In 1764 kocht hij twee schuren aan de Hoge Molenstraat met de bedoeling ze te verbouwen tot een kerk. Het bestuur van de stad stond hem dit niet toe. Men wilde geen katholieke kerk in de stad. In 1766 deed pastoor de Man andermaal een poging bij het stadsbestuur en nu werd hem toestemming verleend. Er was wel een beperkende bedinging: aan geen van de zijden van de kerk mocht de indruk gewekt worden dat het hier om een kerk ging. De beperking had tot resultaat dat de kerk het uiterlijk van een pakhuis kreeg, In 1841/1842 werd het gebouw verbouwd. Toen werd de huidige voorgevel aangebracht waardoor het ook van buiten echter een kerk werd. In 1937 volgde opnieuw ingrijpende verbouwingen. Zes jaar eerder was het torentje gebouwd. In de jaren 1988/1989 en 1993-1995 werd de kerk gerestaureerd. Het orgel is gebouwd door de Deense Firma Marcussen & Son. Het werd in 1964 in gebruik genomen.
Terug naar de 20e eeuw Terug naar de 20e eeuw