Geesten en Duivels
De namen Zwarte Piet, Joost, Jochem, Oude Joost, Oude Jochem, Hans, Hansneef, Hansmichel,
Joris op de Stelten, Heintje Pik, Oom Hendrik, Hein en Heintjeman zijn namen die van de huis-
geesten, een volksbijgeloof van voor en na de invoering van het Christendom, zijn overgegaan op de
duivel. Huisgeesten werden voor hulpvaardige dienaars of knechts gehouden, die in gevaar voor het
huisgezin zorg droegen en meehielpen in de huishouding.
“Nikker is een naam, dien men aan den duivel geeft, en is vervormt van ’t Latynsche niger de zwarte,
gelyk men zo de zwarte negers noemt. In ’t byzonder was nekker in de oude taal een waterduivel.
Vernikkert zyn is als beduivelt, en betovert zyn. Dus noemt men duivelskonst, tovery, zwarte konst.
Doch dat is uit een misverstand van… nekormanteia, als ware de nigromantia, daar het een wicheling
uit de dooden betekent. De Nikker is dan de eigen broer van Heintje Pik, om dat zy beide wel na
moriaanen, of zwartmakers, gelyken.”
Old Nick is in het Engels de duivel. Is er overeenkomst in het woord nikkestaert (=windhoos)?
‘Oosje
En van (h)oos komen we bij de duivel.
Oosje Pik die zat op ’t slik
Een appeltje te pellen.
Ie beet er in in ie keek er in
In ie wou et nie vertelle.
Oosje is ook degene die kinderen de regenbak intrekt als ze te ver voorover buigen.
Die is van Oosje= die is een beetje gek.
Zoea zwart as Oosje.
Zièkakkelollen
Een andere vorm van kinderschrik waren de zièkakkelollen: zeegeesten
die de kinderen onder water trokken als ze te ver uit de kant gingen
zwemmen.
Zeemeerminnen
Van zeegeesten naar zeemeerminnen is maar een klein stapje. En zo
komen we aan bij de beroemde zeemeermin van Westenschouwen.
(Bekijk de website)
Omdat de toren van Westerschouwen in 1846 gesloopt was, ging de legende van de zeemeermin over
op de nog bestaande toren van Koudekerke. (Bekijk video)