Antonis de Hubert
(Mr. Antonius de Huybert)
Antonius de Huybert, zoon van Jan Antonissen de Huybert, secretaris van Zierikzee, baljuw van
Brouwershaven, studeerde rechten in Leiden, maar beoefende tevens de oude talen en godgeleerdheid.
Vooral legde hij zich toe op het Hebreeuws, waarin hij zulke vorderingen maakte, dat hij de Psalmen
Davids er uit in het Nederduits kon overzetten. Na de rang van doctor in de rechten bekomen te hebben,
verliet hij de academie, en vestigde hij zich in zijn geboorteplaats, waar hij spoedig in de regering kwam,
schepen en vroedschap werd.
Hij huwde in 1609 te Leiden met Charlotte Troget, en liet een zoon na, Andries, in 1617 geboren, en een
dochter Charlotte.
Omstreeks 1620 schijnt hij naar Amsterdam vertrokken te zijn, waar hij in de kring van Visscher, Reael,
Vondel en Hooft verkeerde. Van daar vestigde hij zich te Leyden, waar hij zelf het toezicht had over de
uitgave van zijn Psalmberijming. Deze verschenen in 1624 bij P. Muller te Leiden in 12o. met de titel:
De Psalmen des Propheten Davids, in 't Hebreeuz genaamd het hof-bouck: by den propheet verdeeld in
vijf bouken. Nu naar de oorspronkelicken Text van woorde te woord, vertaald, ende in Nedrduytsen ryme
op de gewoonlicke wijsene gelijk men die in de Gereformeerde Kerken singt door enz. Hier sijn bijgevoegd
de gewoonlicke Lofzangen, mitsgaders de CLI Psalm, die gevonden wordt in de Grieksche bijbels.
Door sommige literatoren werd de berijming qua poëzie als taalgebruik zeer geroemd en zelfs
boven de psalmberijming van Marnix van St. Aldegonde gesteld.
Psalm 1: 1
Welzalig is de man/die in den raad/van
’t godloos woel der boozen niet en gaat/noch
op den weg bij zondaars staat (vermeten)/
Noch op den stoel bij spotters is gezeten./
Maar zijne lust (heeft) in des Heeren wet/
en dag en nacht op zijn geboden let.
Klik op onderstaande link wanneer u het gehele psalmboek wilt inzien.
(Lees verder)