Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Petrus Wittewrongel
Petrus Wittewrongel (of Wittevrongel), (1609 – 1662), was een predikant die vooral bekend is geworden door zijn boek "Oeconomia Christiana ofte Christelicke huyshoudinghe." (1655), waarin hij aanwijzingen gaf hoe het gereformeerde geloof binnen het gezin en de gemeenschap in praktijk gebracht diende te worden. Hij was achtereenvolgens predikant in Renesse (1632), Zierikzee (1636), en uiteindelijk vanaf 1638 tot zijn dood in Amsterdam.
Naar Engels puriteins voorbeeld (onder andere William Gouges "Of domestical duties" (1622), Thomas Gatakers huwlijkspreken en William Perkins) gaf hij in zijn "Oeconomia Christiana, ofte christelicke huys-houdinge, bestiert naer den regel van het suyvere Woordt Godts" richtlijnen voor het door het (stads)bestuur te organiseren beleid ten opzichte van onder andere het eerbiedigen van de sabbat (kerk- gang en zondagsrust), tegen de ketterij, dans, theater, roken, drinken, vloeken, godslastering, prostitutie en hanengevechten. Wittewrongel meende dat de gereformeerde kerk zich ook met de kledingstijl en het gebruik van sieraden van de burgers diende te bemoeien. Invoering van al deze regels zou leiden tot het vormen van goed bestuurde gereformeerde gezinnen: Elk gezin ".. een kleijne kercke ende republijcke selfs". Indien de staat deze regels niet zou volgen dan meende Wittewrongel dat de gevolgen voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden fataal zouden zijn: De in zijn tijd woedende Eerste Engels-Nederlandse Oorlog zou worden verloren. In zijn 'Christelijke Huishoudinghe..' bekritiseerde Wittewrongel ook het theater, en dan vooral het gebruik van Bijbelse, gewijde, onderwerpen op het toneel. Zijn aanvallen waren vooral gemunt op Vondels Lucifer. Vondel reageerde met zijn 'Speelstrijt van Apollo en Pan' en met de 'Uitvaert van Orfeus' (beide 1654) waarin hij vooral Wittewrongel bespottelijk maakte ('een zeeslang wit van tong, zich wrong' en 'Trompetter van de Zeeuwen, gij terght een nest vol spreeuwen..').
Zijn enige, maar zeer omvangrijke, werk is: Oeconomia Christiana ofte Christelicke huyshoudinghe.., Amsterdam 1655/ 1661. Een herdruk werd in 2013 verzorgd door de Landelijke Stichting ter bevordering van  de Staatkundig Gereformeerde beginselen, Wijk en Aalburg. Wilt u een gedeelte lezen? (Lees verder)
Terug naar Nadere Reformatie