Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Belijdenisvragen bekeerlingen
De bekering tot het christendom betekende voor de bevolking tegelijk een officieel afscheid van de Germaanse godenwereld. Uit het achtste-eeuwse Utrecht is een doopbelofte bewaard gebleven, waarmee pas bekeerde heidenen de duivel en hun oude geloof moesten afzweren en een christelijke geloofsbelijdenis konden afleggen. Tegenover de heidense 'drieëenheid' Donar (of Thor), Wodan (of Odin) en Saxnot (of Tiwaz, de stamgod der Saksen) werd de christelijke drieëenheid Vader, Zoon en Heilige Geest geplaatst. De doopbelofte bestaat uit een serie vragen en antwoorden, waarbij de dopeling moest nazeggen wat hem door de priester werd voorgelezen. De uit te spreken tekst is in de volkstaal (die tegenwoordig wordt aange- duid als Oudnederlands), de verbindende tekst ('et respondeat') in de taal van de geestelijkheid, het Latijn. Omdat veel predikers afkomstig waren uit andere delen van Europa, heeft deze tekst mogelijk gefungeerd als 'spiekbriefje' voor de juiste uitspraak (waarbij 'uu'='w'). Na het uitspreken hiervan werden de bekeerlingen naar Christus' opdracht gedoopt. Forsachistu diobolae & respondeat ec forsacho diabolae end allum diobol gelde respondeat end ec forsacho allum diobolgeldae. end allum dioboles uuercum respondeat end ec forsacho allum dioboles uuercum and uuordum thunaer ende uuoden ende saxnote ende allvm them unholdum the hira genotas sint. gelobistu in got alamehtiga fadaer ec gelobo in got alamehtigan fadaer gelobistu in crist godes suno ec gelobo in crist gotes suno. gelobistu in halogan gast. ec gelobo in halogan gast. Vertaling: Verzaakt u de duivel? Antwoord dan: Ik verzaak de duivel. En alle duivelsoffers? Antwoord dan: En ik verzaak alle duivelsoffers. En alle duivelswerk? Antwoord dan: En ik verzaak alle duivelswerk en -woord: Donar en Wodan en Saxnot en alle demonen die hun genoten zijn. Gelooft u in God de almachtige vader? Ik geloof in God de almachtige vader. Gelooft u in Christus, Gods zoon? Ik geloof ik Christus, Gods zoon. Gelooft u in de heilige Geest? Ik geloof in de heilige Geest.
Terug naar Na Willibrord