Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
     Onze Lieve Vrouwe op zee
Dit is een vallei in de Verklikkerduinen bij Nieuw-Haamstede. Zo’n 500 jaar geleden waren hier nog geen duinen maar was hier vruchtbaar akkerland met een klein gehucht en een kapel genoemd naar de Heilige Maria en omdat alleen een paar duinenrijen het scheidde van de Noordzee: ‘Onze Lieve Vrouwe op Zee’. Het witte bordje geeft de plaats aan.
Foto links: Kaart van Burgemeester Fokker met de situering van O.L.Vrouw op Zee in de buurt van het Palinxgat (nu het Watergat).
Foto rechts: Kaart van Visscher-Roman uit 1655.
Onze Lieve Vrouwe op Zee bij Haamstede was een plaats van devotie. Vissers deden de kapel aan om er een ‘gewijdje’ te halen. Dat was een medaille of een insigne die ze bij zich droegen, op hun kleren speldden of aan de mast van hun schip bevestigden. Enkele tientallen insignes met afbeeldingen van Maria en Kind zijn er bij Westenschouwen gevonden. Dat deze insignes afkomstig zouden kunnen zijn van de kapel Onze Lieve Vrouwe op Zee, kan echter niet worden vastgesteld.
Foto links: Pelgrimsinsigne Maria met kind. Gevonden in Dordrecht. Datering 1300.
Foto rechts: Pelgrimsinsigne dat opvallend veel gelijkenis vertoont met de insigne op de linker foto. Gevon- den in Zierikzee. Vermoedelijk meegebracht van een van de vele Maria-bedevaartsplaatsen, mis- schien van de kapel van O.L.Vrouwe op Zee. Ook kan de priester een schriftelijk bewijs hebben afgegeven van de gemaakte pelgrimstocht. U kunt het insigne bekijken in het
Mariadevotie Het aantal Mariabedevaartplaatsen in de late Middeleeuwen is ontelbaar en evenzo is er een ongelooflijke variëteit aan Maria-insignes: deze zijn deels te verbinden aan specifieke cultusplaatsen, deels verwijzen ze naar meer algemene devoties. Typerend voor de maatschappelijke en direct daarmee verbonden godsdienstige historische ontwikkeling van de westerse maatschappij is de gewijzigde houding van de mens ten opzichte van zijn God. Is in de hoge Middeleeuwen God en het hemelse nog bijna onbenaderbaar, in de latere Middeleeuwen wordt het godsbeeld menselijker. Sterker benadrukt wordt de komst van Gods Zoon als god-mens naar de aarde, Christus’ komst door de geboorte uit de maagd Maria. Door dit menselijker worden van God werd de rol van de Moeder Gods belangrijker. Door Maria was het hoogste gezag, de redder en oordelaar over elk individueel mens, tot de stervelingen gekomen. Maria kreeg een in de devotie vooraans- taande positie als Moeder; Maria als ‘sedes’, als zetel voor de redder, aanvankelijk nog statisch en ongenaak- baar, maar geleidelijk steeds menselijker, bevalliger, liefelijker. Maria was hét voorbeeld om vertrouwen te hebben in God, letterlijk door lief en leed. Maar vooral speelde Maria steeds meer een rol als voorspreekster: wanneer Maria gewonnen werd door gebed en vrome aandacht, dan zou Christus’ goedwillendheid volgen. Ondenkbaar was immers dat Christus iets zou weigeren aan zijn aardse Moeder, die hij als hemelkoningin naast zich had laten komen . Op de talloze Mariabedevaartplaatsen stond de Moeder Gods dan ook als middelares, als voorspreekster in het middelpunt van de devotie. (Heilig en Profaan, H.J.E. van Beuningen e.a.)
In 1572 werd de O.L. Vrouwekapel verwoest door de Watergeuzen en daarna is de kapel verder in verval geraakt en overstoven door “wandelende duinen”. In 1958-1959 werd in Haamstede een R.K. hulpkerk gebouw die als herinnering aan de kapel in de duinen Onze Lieve Vrouwe op Zee werd genoemd. Op zondag  14 juli 2019 werd het 60-jarig bestaan van deze kerk gevierd. De gemeente is intussen opgenomen in de grotere Damiaanparochie. Tijdens de dienst werden twee nieuwe glas-in-lood ramen met beeltenissen van de H. Willibrordus en de H. Damiaan ingewijd, die het raam van Onze Lieve Vrouwe op Zee flankeren.  
Als herinnering aan de oude kapel in de duinen werd een opgegraven steen in de muur van de nieuwe kerk ingemetseld, zie foto rechtsboven.
Het kerkje, overigens geen bedevaartplaats, staat in Haamstede, iets ten oosten van het dorp. Het vierkante, van baksteen vervaardigde gebouw wordt heel het jaar door in het weekeinde gebruikt; vooral in het zomer- seizoen komen veel toeristen daar ter kerke. De kerk valt onder de parochie St. Willibrordus van Zierikzee, de parochie die in feite heel het eiland Schouwen-Duiveland omvat, en opgegaan is in de parochie van St. Damiaan. Hier staat een bijzonder beeld dat veel zegt over de betekenis die de oude Mariakerk heeft gehad. Op een ereplaats zien we een houtsnijwerk van de Haagse kunstenaar Pieter Biesiot. Uit lindenhout gesneden staat daar een beeltenis van Maria met het Jezuskind op haar arm. Ze staat in een boot te midden van woeste golven. Het is precies deze beeltenis die velen nu, maar vooral toen, kracht, geloof en vertrouwen heeft gegeven. Een Maria die op de steven van een boot staat en haar kind beschermt en koestert op momenten van groot gevaar. Vooral in de eeuwen waarin velen de zee op moesten en zich daar vaak van God en ieder- een verlaten voelden, moet die beeltenis geloof, hoop, vertrouwen en kracht hebben geschonken. Net als in meer kapellen aan de kust zullen ook hier de vissers en zeelieden met hun smeekbeden tot Maria gekomen zijn om haar te vragen hen op die gevaarlijke tochten bij te willen staan en te willen beschermen. Fundamenten kapel Aan het Middenpad wijst een informatiepaneel op de plek waar in 1833 de fundamenten van de kapel zijn bloot gestoven door de wind. Dat jaartal was het eerste moment waarop bleek dat de stenen opbouw van de kapel er niet meer was. Bijna een eeuw later, in 1907, heeft architect Johannes Hoogenboom uit Renesse nader onderzoek gedaan. Hij tekende de locatie en legde vast wat hij met het oog op de fundamenten aantrof. Hij registreerde onder meer een stuk geglazuurde vloertegel en ook iets wat hij aanduidde als ‘profilstenen’.
Foto rechts boven: Bordje bij de vermoedelijke locatie van de kapel.
Foto links: Architect Hoogenboom bij de fundering van de kapel
Bronnen: Beekman, F., De Kop van Schouwen onder het zand Documentatie Meertens Instituut Foto’s: (Maria-insignes) Zeeuws Museum; schenking Vrienden van het Zeeuws Museum. Fotografie Ivo Wennekes Gemeentearchief Schouwen-Duiveland