St. Adrianus
Adrianus zou officier geweest zijn in het Romeinse leger van keizer Galerius (eind 2e eeuw) en moest
23 christenen vervolgen, maar werd door hun standvastigheid zelf bekeerd. Daarop werd Adrianus
gemarteld. Er zijn enkele varianten wat de details betreft. Op een aambeeld werden zijn armen en benen
met een hamer vermorzeld en hij werd met een zwaard onthoofd. Zijn echtgenote, de heilige Nathalia,
ondersteunde hem tijdens de martelingen.
In de kerk van Geraardsbergen bevindt zich een schilderij
van de marteling van Adrianus. Zijn arm ligt op een
aambeeld om geplet te worden. Links boven wacht hem
de palmtak en de krans der overwinning.
Zijn feestdag is op 4 maart (sterfdag 304). Adrianus is de patroonheilige van Lissabon en Geraardsbergen
en van de boden, de bierbrouwers, slagers, smeden, gevangenisbewaarders en soldaten en wordt aangeroepen
tegen een plotselinge dood, onvruchtbaarheid en de pest. In de 9e eeuw zouden er relieken van Adrianus en
Natalia overgebracht zijn naar Spanje en vervolgens naar de Portugese hoofdstad Lissabon. Waarschijnlijk
omdat op Adrianus' voorspraak daar een pestepidemie tot staan is gebracht, is hij sinds de 11e eeuw ook
patroon van de stad Lissabon.
In 1175 (in de tijd van de kruistochten dus) werden er Adrianusrelieken vanuit Constantinopel overgebracht
naar de aan hem toegewijde Sint-Adrianusabdij te Geraerdsbergen (Grammont) in Vlaanderen. Vanaf dat
moment genoot hij bijzondere verering in de Nederlanden: dat is o.a. te merken aan de verspreiding van
parochiekerken aan hem gewijd. Ook kerkklokken waren aan Adrianus gewijd: o.a. te Mariënhage
(Neder-Saksen) en Retterode (Hessen).
In 1423 werd er voor hem in Geraerdsbergen een nieuwe reliekschrijn vervaardigd; dat had een geweldige
opleving van zijn verering tot gevolg. Hij werd zelfs stadspatroon.
Foto links:
In de Bartholomeüskerk in
Geraardsbergen, worden zijn
relikwieën na de opheffing
van de abdij bewaard.
Foto rechts:
Zilveren reliekhouder
Bij een opgraving van de werkplaats van een tingieter is een gietmal voor draaginsignes van de heilige
Adrianus gevonden.
Uit dergelijke mallen werden draaginsignes, zoals hier links afgebeeld,
gegoten. In zijn rechterarm houdt hij het zwaard als symbool van zijn
militaire status en in de linker de hamer en het aambeeld waarop zijn armen
verbrijzeld werden. Onder zijn voeten een leeuw, symbool van dapperheid.
Eind 15e eeuw.
Het moet een grote toeloop teweeg gebracht hebben naar zijn bedevaartplaats, want in groten getale zijn er
pelgrimsinsignes gevonden die aan de bedevaartgangers mee naar huis werden gegeven; er werden er gevon-
den in Vlaanderen zelf, maar onlangs kwamen er in de huidige provincie Zeeland 183 aan het licht (Nieuw-
lande, Tolsende, Reimerswaal, Middelburg, Arnemuiden, Valkenisse, Hontenisse, Vlissingen, Oud-Rilland
en Zierikzee); daarnaast doken er ook op te Dordrecht, Rotterdam, Egmond aan Zee en Zwolle plus naar nu
bekend is minstens één in Canterbury.
Draaginsigne met identieke
attributen. Vormgeving wat
primitiever, wat wijst op een
vroegere datum
Stuk van een draaginsigne
van het model hiernaast
uiterst links afgebeeld.
Het werd in Zierikzee
gevonden. Het is te zien
in het
In de Vlaamse Adrianusbedevaartplaats Godveerdegem (Oost-Vlaanderen) wordt zijn bescherming al sinds
1662 aangeroepen tegen de pest.
Kapelletjes aan de Hoge Buizemont in Geraardsbergen
In 1764 werd in de Vlaamse plaats Oordegem een Adrianusbroederschap opgericht. Het bedevaartsgebed
dat daar gebeden wordt luidt:
"O, Godes vorst St Adriane,
Besorght ons in dit dal der traene
Godts liefde die in ‘t herte brant
en in de deugd: een vast verbant.
‘k Com met gebeden tot u daelen
van pest, petitsen, smert en quaelen;
‘k Hoop dat ghy ons bevryden sult
door ons betrauw end u gedult.
Noch meerder willen wy bedien
ons peerden, coeien, calveren, vien
schaepen, verkens en al ons dier
die te bevryden van het vier
wilt ons voorts o Heylighen helpen
ons ellenden en suchten stelpen
weest ons leytsman op de baen
om dus den hemel in te gaen."
Tijdens de pestepidemie van 1626 schreef het stadsbestuur van de stad Luxemburg een processie voor ter
ere van Adrianus en Sebastianus. Vanaf 1636, toen de plaag nog altijd voortwoedde, werd dit gebruik een
jaarlijkse traditie, terwijl aan beide heiligen Sint Rochus werd toegevoegd. Adrianus was/is patroon van de
parochiekerken te Dreischor , Naaldwijk, Esbeek, en Ter Aar, Langeraar, Stratum, Adegem (B.), Elsene (B.).
De populariteit van Adrianus bleef in protestantse gebieden tot aan het eind van de zestiende eeuw bestaan,
ondanks de oprukkende reformatie. Zo klaagde op een vergadering van de Provinciale Synode in 1597 die
van Schouwen, dat de Roomsgezinden nog lang de overmacht hadden in Dreischor, en dat daar nog steeds
afgoderie werd gepleegd voor St. Adriaan. Scriba op die vergadering was Anthonius Laurentii Stamperius,
die in 1582 predikant werd in Dreischor.
Adriaanskerk in Dreischor
In Sirjansland, dat vroeger Klein Dreischor heette en in de Middeleeuwen met Dreischor één eiland
vormde, wordt de volgende uitdrukking nog gehoord : “Naar het klooster van St. Adriaan gaan” in de
betekenis van “gaan trouwen”. Dat correspondeert met het (Middeleeuwse?) Vlaamse liedje “Zij zou
gaarne gaan, naar het klooster van Sint Arjaan, waar twee paar schoenen onder één bed staan.”
De zegswijze vond haar oorsprong in het verhaal van de marteling van de heilige en een legende er
rond geweven, waarin Sint-Adriaan en zijn echtgenote Athalia als een toonbeeld van
huwelijkstrouw en liefde worden voorgesteld.