Voor Willibrord
De moeizame weg van het Christendom naar Schouwen-Duiveland.
Het Christendom bereikt het noorden van Gallië.
Vanaf de derde eeuw bereikten missionarissen het noorden van Gallië. Hun arbeid stuitte deels op
weerstand en leidde tot het martelaarschap, maar na de godsdienstvrijheid onder Constantijn (
312) ging de evangelisatiearbeid voorspoediger. Mogelijk zijn er na de overrompeling van de
Romeinen door de Germanen kleine groepen Christenen blijven bestaan, maar na de Germaanse
volksverhuizing moest het Christendom hier praktisch opnieuw beginnen. Hiermee in
tegenspraak is de vermelding door Eindius in de Chron. Zol. Libr.I Cap.19 p.123: …al kort na de
tijden der apostelen de Kristelijke leer ook in deze landen haar zaden reeds heeft verspreid, en
Willibrord dezelve hier eerder opgewekt en weder aangekweekt dan wel eerst geplant zou hebben…
De eerste missionarissen meldden hierover niets en aangenomen moet worden dat de heidense
Germanen eventuele sporen van Christendom weggevaagd hebben.
Onder de eerste missionarissen noemen we:
1. Servaas of Servatius, meestal zonder toevoeging van Tongeren of van Maastricht (geboren
vermoedelijk in Groot-Armenië, 4e eeuw – gestorven te Maastricht in 384?) zou de laatste
bisschop van Tongeren en de eerste bisschop van Maastricht zijn geweest. Zijn naam wordt
genoemd in het jaar 343, toen een zekere bisschop Sarbatios aanwezig was op het Concilie van
Sardica (tegenwoordig Sofia, Bulgarije). Sarbatios ontpopte zich als een fel tegenstander van het
Arianisme, waarmee hij zich schaarde aan de kant van de Trinitariërs, die uiteindelijk de
overhand zouden krijgen in de westerse kerk. In de middeleeuwen ontstonden tal van legenden
rondom de figuur van Servaas, soms verweven met historische feiten. De bekendste is het Leven
van Sente Servas van Hendrik van Veldeke, dat rond 1170 tot stand kwam.
2. Chrysolius van Doornik
Sint Chrysolius, geboren in Armenië in de 3e eeuw, is de beschermheilige van Komen (Fr. Comines),
in België. Hij vluchtte naar Rome tijdens de vervolgingen onder Diocletianus en werd naar het noordwesten
van Gallië gezonden waar hij het evangelie verkondigde in Verlengehem. Volgens de legende werd hij een
leerling van Sint Denis en werd met Sint Piatus naar Kamerik en Doornik gezonden om daar het evangelie
te verkondigen. Daarna werd hij benoemd tot bisschop, maar werd gevangen genomen door Romeinse
soldaten en veroordeeld om onthoofd te worden. Een gedeelte van zijn schedel werd afgeslagen en
volgens de legende viel dit stuk in drieën uiteen. Waar die stukken neerkwamen ontsprongen bronnen.
Chrysolius pakte zijn schedel weer op, wandelde naar Komen (Comines), zijn woonplaats en stierf aldaar.
St. Chrysoliuskerk te Komen
Chlodio, omstreeks 440.
Na het vertrek van de Romeinen vallen de Franken binnen. Hun eerste (heidense) koning is Chlodio.
In 428 viel Chlodio, een belangrijk krijgsheer van de
Salische Franken, het Romeinse Rijk binnen en bezette
de steden Kamerijk en Doornik (nu Chambrai en Tournay).
Weldra heerste hij over het gebied tot aan de rivier de
Somme en maakte van de stad Doornik een Frankische
hoofdplaats. Zeeland was eerst onder de invloed van de
Friezen, maar geleidelijk aan verloren de Friezen hun
dominantie ten gunste van de Franken. Zowel Friezen als
Franken waren heidenen.
Merovech, omstreeks 450.
Merovech consolideerde het Frankische rijk
en breidde het uit naar het noordoosten. (Bekijk Video)
Hij was hoogstwaarschijnlijk koning (hertog) van de
Salische Franken (447-458) na Chlodio.
Hij is de naamgever van de Merovingische dynastie.
Volgens de sage werd hij verwekt toen zijn moeder bij
het baden een zeemonster tegenkwam. Het vormt een van
de mogelijke verklaringen voor de oorsprong van de
uitspraak dat iemand van (Europese) adel "blauw bloed"
zou hebben, zoals de zeewezens.
Merovech werd na zijn dood in 458 opgevolgd door zijn
zoon Childerik I. Uit het kaartje blijkt dat de Friese
invloedssfeer in het gebied der Sueven gebleven is.
Childerik I, omstreeks 460.
Ging voort met het verder uitbreiden van
zijn rijk. Volgens deze kaart valt Zeeland
onder het gezag van de Frankische
koningen. Mogelijk is hier reeds sprake
van een aanvang van de Fries-Frankische
oorlogen.
Childerik I werd geboren in 440 in Noordrijn-Westfalen.
Childerik werd op zeker moment door zijn volk verstoten,
omdat hij zich zo vaak vergreep aan vrije en adellijke
vrouwen dat dit niet meer aanvaard werd. Daarom zou hij
8 jaar in ballingschap in Thüringen hebben geleefd. Hij
stierf in 481 in Doornik. Zijn graf werd op 27 mei 1653
intact gevonden onder de Sint-Brixiuskerk te Doornik, met
21 paardenoffers, een complete wapenrusting (zwaard,
messen, werpbijl, lans, schild), een muntschat en talrijke
juwelen en een gouden stierenkop. Het was duidelijk geen
christelijk graf. Hij werd opgevolgd door zijn zoon
Chlodovech.
Chlodovech I = Clovis I, omstreeks 500.
Het huidige Frankrijk begint vorm te krijgen.
Chlodovech I –gelatiniseerd tot Clovis I – werd geboren in
465 en stierf in 511. Hij breidde zijn rijk behoorlijk uit en
door zijn huwelijk in 493 met de Bourgondische prinses
Clothilde werd zijn invloedssfeer ook groter. Maar zij is
katholiek terwijl hij nog de oude Germaanse goden vereert.
Tot 496 probeert ze tevergeefs Clovis tot het christelijk
geloof te bekeren. Wel worden hun kinderen gedoopt maar
omdat deze kinderen ziek worden en sterven is dit voor
Clovis een extra reden om zich niet te bekeren. In 496 vallen
de Alemannen de Ripuarische Franken aan. Hun koning
Sigebert roept de hulp in van de Salische Franken. Aan het
kruispunt van de heerbanen Bavay-Keulen en Straatsburg-
Keulen, komt het nabij Tolbiac, nu Zülpich, tot een treffen.
In eerste instantie lijken de Alemannen de slag te winnen,
maar uiteindelijk weten de Franken de overwinning te
behalen. Volgens de legende heeft Clovis op het dieptepunt
van de slag Wodan aangeroepen en om een overwinning
gevraagd. Maar de Frankische verliezen bleven doorgaan.
Toen dacht hij aan zijn christelijke echtgenote Clothilde, en
zei hij het volgende: "God van mijn vrouw: als gij echt zo
sterk zijt als mijn vrouw beweert, kom mij dan helpen en
laat mij winnen. Dan zal ik mij tot het christendom bekeren.
" Het tij keerde als bij een wonder. Hij heeft zijn gelofte
gehouden en zou zich in 496 bekeerd hebben.
Volgens deze kaart is Schouwen-Duiveland opnieuw binnen
de invloedssfeer van Friesland, maar de kerstening van de
Franken zou daar blijvend verandering in brengen. Tijdens
de Fries-Frankische oorlogen wisselde Zeeland diverse
keren van koning.
Chlotarius I, 511-561.
Bouwt het Frankische rijk verder uit naar het oosten, maar
het westen, van wat later Nederland zou zijn, laat hij met
rust. Daar heersen de Friezen.
Het Koninkrijk der Friezen
Er zijn aanwijzingen gevonden dat de Friezen hun macht
verder naar het zuiden uitbreidden tot aan het Zwin. Maar
de Franken keken ook met begerige ogen naar de delta van
de Rijn en in een reeks schermutselingen, die de Fries-
Frankische oorlogen worden genoemd, werden over en
weer overwinningen geboekt. Een bijzondere vondst die
in verband met koning Audulf wordt gebracht is de goud-
schat van Wieuwerd. Deze goudschat bevatte een munt met
het opschrift AVDVLFVS FRISIA en op de andere zijde
VICTVRIA AVDVLFO (= overwinning aan Audulfus). Dit
zou erop kunnen wijzen dat deze geslagen is na het behalen
van een belangrijke overwinning door deze koning. Als
volk komen de Franken het meest in aanmerking voor
tegenstander.
Chilperic I, 561-584
Chilperik zette de strijd van de Franken met de Friezen onverdroten voort. In de geschreven bronnen
wordt hij genoemd de "schrik van de Friezen en Sueven".
Chlotarius II, 584-613
Chlotarius bevorderde het werk van Ierse zendelingen
zoals Columbanus. Deze bereikten Zeeland echter niet.
Dagobert I, 629-639
Bijgenaamd “de goede koning”
Pepijn van Landen, hofmeier, was zijn raadgever, samen
met de heilige Eloi of Eligius. Eloi is de eerste missionaris
onder de Sueven. Dit zijn echter die Suevische stammen
die zich tussen de Vlamingen gevestigd hadden. Wat nu
Zeeland is wordt niet bereikt.
Een andere bron vermeldt: Vele Sueven of Zeewen werden
door de prediking van Eloi bekeerd. Hij verdelgde hunne
tempels, verbrak hunne afgodsbeelden, en bracht, door
vriendelijke en ernstige vermaningen ene merkelijke verbe-
tering in de zeden dezes volks te weeg. Doch na zijnen dood
of vertrek, schijnt de meeste hoop wederom tot de oude
bijgelovigheden vervallen te wezen.
De koningen rond de eeuwwisseling van de 7e naar de 8e eeuw verloren hun eigenlijke bestuurs-
macht. Deze werd uitgeoefend door hun hofmeiers, wier positie ook erfelijk werd.
Onder de Frankische koningen Clovis II (639 – 657) en Chlotharius III (652 - 673) bleef de toe-
stand in onze contreien ongewijzigd.
In 1564 vermeldt de Regering van Zierikzee in een verzoek-
schrift aan Koning Filips de ouderdom der stad van 900
jaren. Hiermede zou Zierikzee de oudste stad van Zeeland
zijn.
Theuderik III, 675-691.
Hofmeier Pepijn van Herstal.
Tussen 688 en 695 bezorgt Pepijn de Friese koning Radboud
een aantal flinke nederlagen. Halverwege de negentiger jaren
sluiten Radboud en Pepijn vrede, waarbij Radboud afstand
doet van Fresia citerior, het grondgebied ten zuiden van de
Oude Rijn. Het gebied tussen Rijn en Schelde ligt nu open
voor het Christendom, gesteund door de overheid. Dan komt
het moment dat Willibrord in beeld komt en de kerstening
van Schouwen-Duiveland een aanvang neemt. Hij wordt door
de paus omstreeks 695 benoemd tot aartsbisschop van de
Friezen. In dat jaar landt hij op Walcheren.