Morgendienst in Serooskerke 18 december 1988. 4e Adventszondag. Bediening Heilige Doop.
Tekst: Jesaja 9: 5a Want een Kind is ons geboren.
Gemeente van onze Here Jezus Christus,
Er is een kind geboren. Het is heel gewoon gezegd, wat er in de tekst staat. Toch is het niet helemaal zo
goed vertaald. In ieder geval zo gewoon zeggen we het: dat gezin heeft een kind gekregen; zo zegt de
familie het, de buren en de kennissen. Maar het kind is van die ouders ( Niek en Anita) . Zij dragen de
verantwoordelijkheid voor dit kind; zij mogen het opvoeden en het goede voor dit kind uitzoeken. Toch is
het niet helemaal waar dat een kind alleen voor een bepaald gezin is. Wij zijn terecht verontwaardigd
wanneer ouders hun kind verwaarlozen of mishandelen. Dan dient er te worden ingegrepen. Dan moeten
er door de overheid maatregelen getroffen worden. Maar nu de andere kant: het is helemaal niet waar dat
een kind van ons is. Het is een gave die in onze mensenhanden wordt gelegd. Dat hebben deze ouders
begrepen toen zij voor hun kind het sacrament van de doop begeerden en wij hebben het al gelezen en
gehoord: dat betekent dat God ook de Vader van Nick wil zijn. Daarmee geven ouders als ’t ware hun
kind uit handen in Gods handen en daarmee neemt God ook Nick als zijn kind aan, zoals hij alle kinderen
in de doop tot Zijn kinderen aanneemt. Zij mogen behoren tot Gods huisgezin.
2. Dat was in Israël zo: de kinderen behoren bij het huisgezin. Dat schept een band tussen ouders en
kinderen. Die band laten we toch niet zo spoedig los, hoewel het tegenwoordig zo is dat ieder voor
zichzelf wil leven en zo spoedig mogelijk de band met het gezin losser wil maken. Helaas zet dit los
maken van de band met familie en vrienden zich door op alle terreinen van het leven. Dat geldt ook voor
de kerk, dat is de gemeente van Christus. In een lied dat wij vroeger in de kerk nogal eens zongen
kwamen de regels voor: stemt met de hemelkoren het blijde feestlied in: ook wij, ook wij behoren tot ’s
Vaders huisgezin. De gemeente een huisgezin waar we met blijdschap naar toe gaan, waar we elkaar
kennen en erkennen als kinderen van de hemelse Vader. Dat betekent dat wij elkaar in blijde, maar ook in
droeve en donkere dagen mogen wijzen op Gods beloften, die altijd waar zullen zijn.
Israël heeft veel goede, maar ook veel donkere dagen gekend. Dagen waarin ze door genadeloze machten
werden onderdrukt. Dat gebeurde om politieke redenen, wanneer die machten alles in handen wilden
hebben. Het gebeurde ook omdat Israël God verlaten had en ze dachten dat ze zelf hun boontjes wel
konden doppen. Zo’n donkere tijd was het ook toen de profeet Jesaja de woorden uitriep: Want een Kind
is ons geboren. De mensen zagen het niet meer zitten. Ze gingen in de druk ten onder. Zo zien ook velen
in onze tijd het niet meer zitten. Daar zijn mensen die geen kinderen willen omdat de toekomst zo donker
is. In die donkere tijd in Israël was er een kind geboren in het paleis van de koning. In dat kleine kind
mocht de profeet het teken zien dat God toch doorgaat met Zijn plannen om deze wereld te redden. Maar
al kan het zijn dat alles dreigt onder te gaan, meer dan Jesaja heeft kunnen denken, toch waren zijn
woorden waar. Op Gods tijd toen de toekomst van Israël nog veel donkerder was, werd het Kind geboren,
dat wij in deze week weer mogen gedenken, Gods eigen Zoon, die de naam Jezus kreeg; een naam die
God zelf aan dit Kind heeft gegeven; een naam die betekent heilbrenger, zaligmaker, want Hij zal zijn
volk zalig maken en reinigen van hun zonden. Dat volk roept Jezus uit alle volken. Dan is het niet meer
alleen Israël, maar mensen uit Israël mogen het gaan verkondigen aan alle volken, opdat er een nieuw
volk zal zijn rond deze Messias, deze Redder, die op Zijn naam mogen steunen en die elkaar daarmee
mogen bemoedigen. Nu hebben we al dingen gezegd van dit Kind, van Jezus, die meer zijn dan van een
ander mens of kind. En nu horen we in de zin: er is een kind geboren, dat er een woordje is uitgevallen, nl.
het woord ‘ons’. Want een Kind is ons geboren. Zo heeft de profeet het gezegd. En ook het woord ‘want’
hoort er bij. Het is nl. de grote vreugde waarover de profeet heeft gesproken dat het licht zou worden in
de diepe duisternis door de geboorte van dit kind. De mensen hebben natuurlijk gevraagd: Jesaja, je kunt
nu wel zeggen dat we blij zullen zijn net als bij een goede oogst, maar hoe weet je dat? En dan volgt de
reden van Jesaja’s optimisme: want een Kind is ons geboren. Nog beter zouden we kunnen vertalen: voor
ons. Wat we van geen mens kunnen zeggen, ook niet van Nick, dat kan alleen van dit kind, van deze
Redder, Jezus Christus gezegd worden. De ene mens kan soms veel voor een ander doen, het ene kind kan
een grote vreugde voor zijn ouders wezen, terwijl een ander kind slechts verdriet geeft. Maar wat niemand
kan, dat is het leven van een ander weer heel maken. Het leven van ons allemaal dat door de zonde onder
Gods oordeel ligt (zie doopvragen), dat leven wordt door Christus , door Zijn leven, maar nog meer door
Zijn kruisdood en opstanding tot een nieuw leven herboren. Dat is het grote en geweldige dat wij telkens
aan elkaar mogen doorgeven. Zo is dit Kind Jezus, deze man, die voor ons geleden heeft en die, naar een
ander woord van Jesaja, onze zonden heeft gedragen en onze ongerechtigheid heeft geboet, voor altijd
onze ‘sterke God’, onze Redder.
Er is gedoopt! En bij die doop zijn er vragen gesteld waarop Niek en Anita ‘ja’ hebben gezegd. In die
vragen stond dat de ouders en bij de ouders ook de gemeente als één huisgezin, dit kind het evangelie van
Jezus Christus wil leren. Daar groeien veel kinderen op die de naam van Jezus niet kennen. Ook hun
ouders kennen die niet of niet meer. Nu mogen we het elkaar vanmorgen bij het teken van de doop hun
zeggen: ouders, voedt dit kind op in het evangelie van de Here Jezus. We begonnen om te zeggen dat we
het beste voor onze kinderen willen zoeken. Het allerbeste is om hen te leiden aan de voeten van Jezus. U
kunt dit doen door allereerst zelf het huisgezin van God te zoeken; om zelf in de Bijbel te lezen en om je
kind (bij het opgroeien) voor te lezen. De gemeente is er dan voor om te zorgen dat er bijbelonderricht is
op school en catechisatie. Wanneer de kinderen ouder worden hen leiden naar de kerkdienst. Het is een
verantwoordelijke taak en we hebben elkaar als gemeente daarbij nodig. God make jullie daarin getrouw
en de gehele gemeente.
4. Naar het Kind Jezus leiden betekent dat wij op Hem volkomen vertrouwen. De profeet mag Hem
namen geven die alles te boven gaan: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Namen die God zelf toekomen, maar daarom is dit Kind ook God-zelf, in eeuwigheid te prijzen. We
kunnen niet meer en beter voor ons kind uitzoeken dan het toevertrouwen aan dit Kind, Jezus. Van wie
wij niet alleen in deze weken, maar altijd mogen zingen:
Wat heil, een Kind is ons geboren,
Een Zoon gegeven door Gods kracht!
De heerschappij zal Hem behoren,
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar, Zijn daden
Zijn wond’ren van genaad’ alleen.
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
Verzoend voor ’t oog des Vaders treên.
Amen
Wilt u de volledige prekenbundel van het jaar 1988 lezen, dan kunt u terecht bij het Gemeentearchief in
het Gemeentehuis, Laan van St. Hilaire, Zierikzee in de studiezaal. Het catalogusnr. is…….
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 – 17.00 uur. Op donderdagavond van 18.00 – 21.00 uur.
Vooraf aanvragen via 0111- 452320 of via email: gemeentearchief@schouwen-duiveland.nl